eigen
als woordenboektrefwoord:
- eigen:
- bn. (-er, -st), uitsluitend toebehorende; natuurlijk, aangeboren ; dezelfde.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- eigen (bn):
- afzonderlijk, apart, individueel, persoonlijk
- eigen (bn):
- bekend, gemeenzaam, natuurlijk, vertrouwd
- eigen (bn):
- eenkennig, verlegen
- eigen (bn):
- privaat, privé
- eigen (bn):
- bijzonder
als synoniem van een ander trefwoord:
- gemeenzaam (bn) :
- eigen, familiaar, familiair, gemoedelijk, gewoon, intiem, ongedwongen, populair, vertrouwelijk
- particulier (bn) :
- eigen, familiaar, individueel, intiem, persoonlijk, privaat, privé
- afzonderlijk (bn) :
- apart, bijzonder, eigen, gescheiden, gesepareerd, los, separaat
- individueel (bn) :
- eigen, particulier, personeel, persoonlijk, privaat, privé
- autochtoon (bn) :
- binnenlands, eigen, inheems, inlands, oorspronkelijk
- bijzonder (bn) :
- eigen, particulier, privaat, privé, singulier
- vertrouwd (bn) :
- bekend, eigen, intiem, op de hoogte, thuis
- natuurlijk (bn) :
- aangeboren, eigen, ingeschapen
- privaat (bn) :
- bijzonder, eigen, privatief
- privé (bn) :
- bijzonder, eigen
- persoonlijk (bn) :
- eigen
woordverbanden van ‘eigen’ grafisch weergegeven
- zie ook:
- eigen baas, eigen zijn, in eigen persoon, in hoogst eigen persoon, uit eigen beweging, zich eigen maken
bij andere sites: