ongedwongen

als woordenboektrefwoord:

ongedwongen:
bn. bw. (-er, -st), los, natuurlijk.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

ongedwongen (bn) :
eerlijk, familiaar, frank, frank en vrij, gemakkelijk, gemeenzaam, los, losjes, natuurlijk, nonchalant, onbeschroomd, onbevangen, ongegeneerd, ongekunsteld, ongemaakt, onomwonden, onverbloemd, onverholen, ruiterlijk, sans gêne, spontaan, vloeiend, vlot, volmondig, vrijmoedig
ongedwongen (bn) :
vrij, vrijwillig
ongedwongen (bn) :
moeiteloos

als synoniem van een ander trefwoord:

vriendelijk (bn) :
aangenaam, aardig, amicaal, aimabel, attent, behulpzaam, beleefd, beminnelijk, bereidwillig, beschaafd, gemoedelijk, genadig, genegen, goedaardig, goedgunstig, goedhartig, goedig, goelijk, hartelijk, herderlijk, innemend, inschikkelijk, lankmoedig, lief, lieftallig, minnelijk, ongedwongen, prettig, toegenegen, toeschietelijk, vaderlijk, voorkomend, vriendschappelijk, vrolijk, welgemeend, welwillend, zacht
vrij (bn) :
los, onafhankelijk, onbegrensd, onbelemmerd, onbeperkt, onbezet, onbezwaard, onconventioneel, ongebonden, ongedwongen, vrijmoedig
eerlijk (bn) :
betrouwbaar, deugdzaam, eerzaam, ongedwongen, open, openhartig, oprecht, rechtdoorzee, rechtschapen, rechtvaardig, trouwhartig
gemoedelijk (bn) :
aangenaam, behaaglijk, genoeglijk, gezapig, gezellig, informeel, knus, ongedwongen, vriendelijk
gemeenzaam (bn) :
eigen, familiaar, familiair, gemoedelijk, gewoon, intiem, ongedwongen, populair, vertrouwelijk
gezellig (bn) :
behaaglijk, huiselijk, intiem, kneuterig, knus, knusjes, ongedwongen, sfeervol, welbehaaglijk
familiair (bn) :
amicaal, familiaar, gemeenzaam, informeel, ongedwongen, onvormelijk, vertrouwelijk
onbevangen (bn) :
objectief, onbeschroomd, onbevooroordeeld, ongedwongen, onpartijdig, vrijmoedig
onbevangen (bn) :
ongedwongen, ongekunsteld, ongevraagd, onschuldig, spontaan, uit zichzelf
spontaan (bn) :
impulsief, onbevangen, ongedwongen, ongekunsteld, ongeremd, open
natuurlijk (bn) :
eenvoudig, naïef, onbevangen, ongedwongen, ongekunsteld
huiselijk (bn) :
familiaal, gezellig, intiem, knus, ongedwongen
vloeiend (bn) :
coulant, gemakkelijk, glad, ongedwongen, vlot
los (bn) :
luchtig, ongedwongen, sierlijk, vlot, vrij
losjes (bw) :
informeel, ongedwongen, ontspannen, oppervlakkig, vlot, vluchtig

woordverbanden van ‘ongedwongen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

ongedwongen
gedwongen, krampachtig, preuts

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c