onverholen

als woordenboektrefwoord:

onverholen:
bn. bw. onverholen de waarheid zeggen, rondborstig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

onverholen (bw) :
openlijk, ronduit, botweg, onverbloemd, onomwonden, onbewimpeld

als synoniem van een ander trefwoord:

ongedwongen (bn) :
vloeiend, natuurlijk, los, spontaan, gemakkelijk, eerlijk, volmondig, vlot, losjes, onbevangen, vrijmoedig, nonchalant, ongegeneerd, frank, frank en vrij, onverbloemd, onomwonden, gemeenzaam, ruiterlijk, onverholen, sans gêne, ongemaakt, ongekunsteld, onbeschroomd, familiaar
eerlijk (bn) :
eenvoudig, onbedekt, zuiver, volmondig, vrijmoedig, openlijk, ronduit, rechtuit, frank en vrij, frank, onverbloemd, onomwonden, ruiterlijk, onverholen, ongeveinsd
pontificaal (bn) :
nadrukkelijk, breeduit, onverholen
openlijk (bn) :
openbaar, onverholen
openlijk (bw) :
zichtbaar, open, onbedekt, uitgesproken, openbaar, ronduit, hardop, publiekelijk, onomwonden, onverholen, ostensibel, in het openbaar
en plein public (bw) :
open en bloot, in alle openbaarheid, openlijk, publiekelijk, onverholen, vol in het zicht

woordverbanden van ‘onverholen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

onverholen
verholen

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c