open

als woordenboektrefwoord:

open:
bn. (-er, -st), niet gesloten; het open veld, vlakke veld ; open water, niet met ijs bedekt; de open zee, buiten de banken; open kaart spelen, rond voor iets uitkomen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

open (bn) :
gapend, leegstaand, los, onbedekt, onbeschut, ongedekt, ontzegeld, openstaand, ruim
open (bn) :
apert, eerlijk, extravert, genaakbaar, openhartig, openlijk, oprecht, ronduit
open (bn) :
onbemand, onvervuld, openstaand, vacant, vrij, onbezet
open (bn) :
geopend, ontvankelijk, toegankelijk
open (bn) :
onbeantwoord, onbeslist
open (bn) :
onbetaald

als synoniem van een ander trefwoord:

oprecht (bn) :
eerlijk, eerzaam, gemeend, hartelijk, hartgrondig, innig, loyaal, ongeveinsd, open, openhartig, rechtschapen, rechtuit, rondborstig, ronduit, ruiterlijk, serieus, vierkant, waarheidlievend, welgemeend
openhartig (bn) :
gulhartig, joviaal, mededeelzaam, ongekunsteld, ongeveinsd, open, oprecht, rechtuit, rond, rondborstig, ronduit, spraakzaam, straight, vrank, vrijgevig, vrijmoedig
los (bn) :
afneembaar, afzonderlijk, apart, beweegbaar, eraf, individueel, loshangend, onderbroken, ongebonden, onvast, onverpakt, open, slap, uiteen, vrij, wankel
eerlijk (bn) :
betrouwbaar, deugdzaam, eerzaam, ongedwongen, open, openhartig, oprecht, rechtdoorzee, rechtschapen, rechtvaardig, trouwhartig
ruim (bn) :
breed, gespatieerd, groot, luchtig, open, riant, royaal, uitgebreid, uitgestrekt, veelomvattend, vrij, wijd
vlak (bn) :
afgeplat, effen, egaal, gelijk, glad, horizontaal, kaal, open, plat, uitgestrekt, waterpas
vacant (bn) :
beschikbaar, leeg, leegstaand, onbezet, onvervuld, open, opengevallen, openstaand, vrij
ontvankelijk (bn) :
beïnvloedbaar, gevoelig, open, receptief, sensibel, toegankelijk, vatbaar
vatbaar (bn) :
dociel, gepredisponeerd, gevoelig, ontvankelijk, open, toegankelijk
spontaan (bn) :
impulsief, onbevangen, ongedwongen, ongekunsteld, ongeremd, open
genaakbaar (bn) :
aanspreekbaar, minzaam, open, tegemoetkomend, toegankelijk
vrij (bn) :
beschikbaar, leeg, onbezet, open, vacant
onbezet (bn) :
leeg, leegstaand, open, vacant, vrij
wit (bn) :
onbeschreven, oningevuld, open
luchtig (bn) :
luchtdoorlatend, open
lek (bn) :
kapot, open, stuk
toegankelijk (bn) :
bereikbaar, open
vol (bn) :
open
ronduit (bw) :
botweg, boudweg, eerlijk, gewoonweg, gladweg, guluit, ijskoud, onbewimpeld, ongeveinsd, onverbloemd, open, openhartig, openlijk, platuit, platweg, rechtuit, resoluut, rondweg, stoutweg, vierkant, volmondig
openlijk (bw) :
hardop, in het openbaar, onbedekt, onomwonden, onverholen, open, openbaar, ostensibel, publiekelijk, ronduit, uitgesproken, zichtbaar
boudweg (bw) :
duidelijk, eenvoudigweg, eerlijk, kortaf, kortweg, ongeveinsd, onverbloemd, open, openhartig, openlijk, ronduit

woordverbanden van ‘open’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

open
bedekt, dicht, gesloten, toe

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c