zelfverzekerd

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zelfverzekerd (bn) :
zelfbewust, vast, zeker, assertief, gedecideerd

als synoniem van een ander trefwoord:

vast (bn) :
onveranderlijk, stabiel, stevig, compact, schrap, regelmatig, standvastig, blijvend, zeker, muurvast, duurzaam, gevestigd, hecht, zelfverzekerd, levenslang, permanent, degelijk, onbeweeglijk, stationair, bestendig, voorgoed, consistent, solide, immobiel, onroerend, onwankelbaar, fix, geconsolideerd
gedecideerd (bn) :
besluitvaardig, beslist, vastberaden, zelfverzekerd, vastbesloten, resoluut, wilskrachtig, weloverwogen, kordaat, onvermurwbaar
resoluut (bn) :
beslist, vastberaden, openhartig, zelfverzekerd, doortastend, ronduit, vastbesloten, gedecideerd, kordaat, ferm, onvermurwbaar
zelfzeker (bn) :
zelfbewust, zelfverzekerd, resoluut, wilskrachtig, assertief, gedecideerd, kordaat
zeker (bn) :
betrouwbaar, vast, zelfverzekerd, overtuigd, degelijk, stellig
assertief (bn) :
zelfbewust, zelfverzekerd, weerbaar

woordverbanden van ‘zelfverzekerd’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c