correct

als woordenboektrefwoord:

correct:
bn. bw. (-er, -st), zonder fouten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

correct (bn) :
behoorlijk, beleefd, fatsoenlijk, keurig, net, netjes, onberispelijk, wellevend
correct (bn) :
exact, foutloos, goed, in orde, juist

als synoniem van een ander trefwoord:

fatsoenlijk (bn) :
aannemelijk, achtbaar, achtenswaardig, behoorlijk, beleefd, beschaafd, betamelijk, billijk, braaf, correct, decent, deftig, deugdzaam, eerbaar, eerlijk, eerzaam, gedistingeerd, gepast, goed, keurig, kuis, matig, net, netjes, ordentelijk, rechtschapen, redelijk, schikkelijk, welvoeglijk
beschaafd (bn) :
beleefd, correct, deftig, fatsoenlijk, geciviliseerd, gedistingeerd, hoffelijk, keurig, met distinctie, net, ontwikkeld, urbaan, voorkomend, welgemanierd, wellevend, welopgevoed
beleefd (bn) :
behoorlijk, beschaafd, civiel, correct, fatsoenlijk, galant, heus, hoffelijk, hups, net, netjes, urbaan, voorkomend, vriendelijk, welgemanierd, wellevend, welopgevoed, welwillend
net (bn) :
beleefd, correct, deftig, eerbaar, fashionable, fatsoenlijk, keurig, knap, mooi, nauwkeurig, netjes, proper, schoon, sierlijk, verzorgd, zedig, zindelijk, zorgvuldig
nauwkeurig (bn) :
accuraat, correct, exact, gedetailleerd, getrouw, grondig, juist, minutieus, nauwgezet, net, precies, scherp, stipt, strikt, trefzeker, trouw, zorgvuldig, zuiver
onberispelijk (bn) :
correct, feilloos, foutloos, in optima forma, keurig, net, netjes, ongekreukt, perfect, piekfijn, smetteloos, tiptop, vlekkeloos, volmaakt
keurig (bn) :
correct, gesoigneerd, kraakhelder, net, netjes, onberispelijk, poesmooi, proper, tiptop, verzorgd
juist (bn) :
correct, geldig, gepast, geschikt, goed, in orde, passend, precies, recht, zeker, zuiver
zuiver (bn) :
betrouwbaar, correct, eerlijk, gedegen, koosjer, onbezoedeld, oprecht, schuldeloos
juist (bn) :
correct, echt, exact, gegrond, kloppend, terecht, waar, waarachtig
onkreukbaar (bn) :
correct, heilig, integer, onomkoopbaar, rechtschapen, strikt
in orde (bn) :
correct, functionerend, juist, pluis, werkend, werkzaam
model (bn) :
correct, juist, volgens voorschrift, voorbeeldig
goed (bn) :
correct, foutloos, gepast, juist, recht
verzorgd (bn) :
correct, keurig, net, netjes, proper
passend (bn) :
correct, gepast
pront (bn) :
correct, netjes
keurig (bw) :
correct, net, netjes, onberispelijk

woordverbanden van ‘correct’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

correct
banaal, fout, foutief, mis, ongepast, onjuist, plat, triviaal, verkeerd

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c