billijk

als woordenboektrefwoord:

billijk:
bn. bw. (-er, -st), rechtmatig; rechtvaardig ; niet te duur.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

billijk (bn) :
recht, redelijk, matig, behoorlijk, goedkoop, geoorloofd, eerlijk, rechtvaardig, rechtmatig, schappelijk, acceptabel, fair, gewettigd, raisonnabel

als synoniem van een ander trefwoord:

fatsoenlijk (bn) :
keurig, behoorlijk, matig, redelijk, gepast, net, braaf, deftig, goed, eerlijk, beleefd, aannemelijk, netjes, correct, beschaafd, eerbaar, kuis, eerzaam, deugdzaam, gedistingeerd, betamelijk, rechtschapen, achtbaar, billijk, decent, ordentelijk, welvoeglijk, schikkelijk, achtenswaardig
behoorlijk (bn) :
geschikt, redelijk, voldoende, eerlijk, rechtmatig, juist, schappelijk, passend, naar behoren, tamelijk, degelijk, goedschiks, deugdelijk, adequaat, betamelijk, hebbelijk, billijk, voegzaam, gevoeglijk, oorbaar, passabel, convenabel
redelijk (bn) :
behoorlijk, matig, gemotiveerd, verstandig, zinnig, rechtvaardig, aannemelijk, verantwoordelijk, schappelijk, verstandelijk, humaan, rationeel, civiel, billijk, ordentelijk, passelijk, schikkelijk, raisonnabel
aannemelijk (bn) :
geloofwaardig, redelijk, aanvaardbaar, geldig, waarschijnlijk, overtuigend, begrijpelijk, schappelijk, acceptabel, bespreekbaar, bevattelijk, plausibel, billijk, valabel
voordelig (bn) :
nuttig, goedkoop, vruchtbaar, gunstig, laag, winstgevend, lonend, lucratief, rendabel, billijk, profijtelijk, profitabel, batig, favorabel, profijtig
rechtvaardig (bn) :
onpartijdig, redelijk, gerecht, eerlijk, rechtmatig, gegrond, juist, terecht, acceptabel, humaan, fair, gewettigd, billijk, gerechtvaardigd
gewettigd (bn) :
geoorloofd, rechtvaardig, rechtmatig, gegrond, terecht, billijk, verdedigbaar, gerechtvaardigd
schappelijk (bn) :
matig, redelijk, fatsoenlijk, behoorlijk, aannemelijk, civiel, billijk, schikkelijk
rechtmatig (bn) :
recht, behoorlijk, rechtvaardig, strikt, wettig, legitiem, gewettigd, billijk
goedkoop (bn) :
voordelig, redelijk, betaalbaar, spotgoedkoop, billijk, profijtig
gerecht (bn) :
eerlijk, rechtvaardig, gewettigd, billijk, gerechtvaardigd
aanvaardbaar (bn) :
redelijk, aannemelijk, schappelijk, acceptabel, billijk
recht (bn) :
geldig, echt, goed, rechtmatig, wettig, juist, billijk
fair (bn) :
oprecht, fatsoenlijk, geoorloofd, eerlijk, billijk
eerlijk (bn) :
fatsoenlijk, behoorlijk, juist, fair, billijk
juist (bn) :
rechtvaardig, billijk, gerechtvaardigd
civiel (bn) :
redelijk, schappelijk, billijk
matig (bn) :
redelijk, tamelijk, billijk

woordverbanden van ‘billijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Eene handeling, die niemands rechten verkort, is rechtmatig; een rechter, die vonnis velt overeenkomstig de letter der wet, is rechtvaardig en velt een rechtvaardig oordeel. Wie echter in zijn gedrag toont naast en hoven de geschreven wet de ongeschreven wet te eerbiedigen, — de rechter, die bij het vellen van een vonnis gewijzigde toestanden, verzachtende omstandigheden, bewezen, diensten, enz. in aanmerking neemt — handelt billijk. Recht en billijkheid betrachten is het kort begrip onzer verplichtingen jegens den naaste.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 365:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

billijk
onbillijk, onredelijk

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c