kennelijk

als woordenboektrefwoord:

kennelijk, kenlijk:
bn. bw. (-er, -st), blijkbaar ; zeer duidelijk.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kennelijk (bn) :
zichtbaar, duidelijk, apert
kennelijk (bw) :
duidelijk, blijkbaar, zo te zien, klaarblijkelijk, apert

als synoniem van een ander trefwoord:

onmiskenbaar (bn) :
overduidelijk, kennelijk, uitgesproken, duidelijk, onbetwistbaar, onomstotelijk, manifest, onweerlegbaar, klaarblijkelijk, evident, flagrant, ontegenzeglijk, ontegenzeggelijk, ontegensprekelijk, onloochenbaar, apert
klaarblijkelijk (bn) :
zichtbaar, kennelijk, duidelijk, tastbaar, onmiskenbaar, evident, zonneklaar, ostensibel
precies (bn) :
kennelijk, blijkbaar
zo te zien (bw) :
schijnbaar, kennelijk, blijkbaar, klaarblijkelijk, ogenschijnlijk, naar het zich laat aanzien
blijkbaar (bw) :
schijnbaar, kennelijk, zo te zien, klaarblijkelijk, ogenschijnlijk
zo te zien (bw) :
kennelijk, blijkbaar, ogenschijnlijk
klaarblijkelijk (bw) :
kennelijk, blijkbaar, zo te zien
evident (bw) :
kennelijk, blijkbaar

woordverbanden van ‘kennelijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

kennelijk
ogenschijnlijk, schijnbaar

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0018 c