moed

als woordenboektrefwoord:

moed:
m. gemoedsgesteldheid : kwalijk te moede zijn, in kwade luim zijn; dapperheid.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

moed (zn) :
durf, lef, sterkte, flinkheid, courage, guts, vermetelheid, onverschrokkenheid, onversaagdheid, kloekmoedigheid, dapperheid, koenheid
moed (zn) :
hart, enthousiasme, bezieling, elan
moed (zn) :
kracht, vertrouwen, hoop

als synoniem van een ander trefwoord:

lef (zn) :
durf, brutaliteit, opschepperij, moed, flinkheid, bravoure, branie, courage, guts, gotspe, vermetelheid, onversaagdheid, dapperheid, koenheid
durf (zn) :
brutaliteit, lef, moed, bravoure, branie, vermetelheid, stoutmoedigheid, manmoedigheid, kloekmoedigheid, heldhaftigheid, dapperheid
dapperheid (zn) :
durf, lef, moed, bravoure, zelfverzekerdheid, stoutmoedigheid, manmoedigheid, kloekmoedigheid, heldhaftigheid
sterkte (zn) :
moed, flinkheid, morele kracht
kracht (zn) :
moed, ruggengraat, spirit
hart (zn) :
lef, moed

woordverbanden van ‘moed’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

moed:
durf, onbevreesdheid (zie: dapper)

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

moed
lafheid

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0041 c