pesten

als woordenboektrefwoord:

pesten:
(pestte, gepest), het land opjagen, treiteren, negeren.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

pesten (ww) :
jennen, judassen, koeioneren, kwellen, negeren, nijdassen, plagen, sarren, tergen, treiteren
pesten (ww) :
dwarsbomen

als synoniem van een ander trefwoord:

kwellen (ww) :
bedroeven, benauwen, bestoken, dwars zitten, ergeren, folteren, geselen, hinderen, judassen, martelen, pesten, pijnigen, plagen, prangen, sarren, teisteren, tergen, tormenteren, verontrusten
dwarsbomen (ww) :
belemmeren, beletten, doorkruisen, pesten, saboteren, tegenhouden, tegenwerken, verhinderen, weerstreven
klieren (ww) :
de beest uithangen, donderjagen, etteren, keten, klooien, pesten, plagen, vervelen
plagen (ww) :
donderen, judassen, pesten, sarren, stangen, treiteren, voeren
treiteren (ww) :
jennen, judassen, pesten, plagen, sarren, stangen, tergen
sarren (ww) :
jennen, kwellen, pesten, plagen, tergen, treiteren
jennen (ww) :
pesten, plagen, sarren, treiteren

woordverbanden van ‘pesten’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0037 c