uitkleden

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

uitkleden (ww) :
afzetten, kaalplukken, oplichten, uitknijpen, uitschudden
uitkleden (ww) :
afstropen, beroven, plukken, plunderen
uitkleden (ww) :
ontkleden

als synoniem van een ander trefwoord:

beroven (ww) :
bestelen, leeghalen, ontnemen, plunderen, rippen, roven, spoliëren, stelen, te kort doen, uitkleden, uitschudden, wegroven
afstropen (ww) :
doorzoeken, leegplukken, plunderen, uitkleden, uitschudden
uitschudden (ww) :
beroven, overvallen, plunderen, uitkleden
plunderen (ww) :
beroven, plukken, uitkleden, uitschudden

woordverbanden van ‘uitkleden’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

ontkleden, uitkleden

Beide woorden beteekenen de kleederen uitdoen; het eerste is deftiger, terwijl het tweede het algemeene woord is.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 41:

ontkleden, uitkleden

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

uitkleden
aankleden, kleden

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c