Vertaling van 'decline' uit het Engels naar het Nederlands

decline (zn):
A downward slope or bend
terugval, verval, afdaling, afkomst, achteruitgang, afname, helling, daling

decline (zn):
A gradual decrease; as of stored charge or current
decadentie

decline (ww):
Grow worse
achteruitgaan, achteruithobbelen, achteruitmarcheren, afglijden

decline (ww):
Grow smaller
slinken

decline (ww):
Show unwillingness towards
refuseren, verdommen, verdraaien, verrekken, vertikken, weigeren

decline (ww):
Inflect for number, gender, case, etc.
flecteren, inflecteren, verbuigen

decline (ww):
Refuse to accept
afwijzen, weigeren

Via: Ensyns.nl

decline (ww):
weigeren(en) —.
(de) transitiv: zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen.
(de) reflexiv: ablehnen, etwas zu tun.
(fi) olla suostumatta johonkin asiaan.
(fr) Rejeter, repousser.
, afwijzen(en) —.
(de) transitiv: zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen.
(fr) Rejeter, repousser.
, achteruitgaan(en) —.
(en) —.
, afnemen(en) —.
(en) —.
, afzwakken(en) —., terugvallen(en) —., verbuigen(en) —., vervallen(en) —., verzwakken(en) —., declineren(sv) böja substantiv och adjektiv., vallen(de) auf einen niedrigeren Wert sinken., verwerpen(de) transitiv: zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen.

decline (zn):
afname(en) —.
(en) —.
(en) —.
, achteruitgang(en) —.
(en) —.
, verval(en) —.
(en) —.
, helling(en) —., terugval(en) —., verzwakking(en) —., teruggang(no) det å gå tilbake, vise svekkelse, forfall e.l..
(sv) minskning.
, de dieperik in(de) —., decadentie(it) declino., neergang(sv) minskning.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken