verval

als woordenboektrefwoord:

verval:
o. verval van krachten, afneming.
verval:
o. (-len), voordeeltje, fooi.
verval:
o. (-len), verval ener rivier, verschil in hoogte.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verval (zn) :
afname, val, vermindering, achteruitgang, verloop, verloedering, aftakeling, neergang, subversie
verval (zn) :
beschadiging, ondergang, inzinking, bederf, instorting
verval (zn) :
decadentie

als synoniem van een ander trefwoord:

ondergang (zn) :
val, verval, einde, verwoesting, dood, achteruitgang, bederf, verloop, instorting, bankroet, verderf, ontreddering, teloorgang, debacle, ruïnering, verderfenis, subversie, tenondergang, teleurgang, ineenstorting
vermindering (zn) :
daling, verval, afslag, verlaging, aftrek, achteruitgang, korting, reductie, mindering, matiging, afneming, verzwakking, verzachting, afzwakking, versmalling, inkrimping, verkorting, verkleining
val (zn) :
daling, ondergang, verval, terugval, verlaging, achteruitgang, instorting, neergang, teloorgang, tenondergang, teleurgang, ineenstorting
achteruitgang (zn) :
val, verval, vermindering, inzinking, verloop, recessie, teruggang, decadentie, regressie, teloorgang, teleurgang
bederf (zn) :
rot, vervuiling, verval, ontbinding, verderf, ontaarding, rotheid, rotting, verrotting, verdorvenheid
teloorgang (zn) :
ondergang, val, nederlaag, verval, achteruitgang, aftakeling, neergang, verwording, teleurgang
beschadiging (zn) :
schade, verval, letsel, defect, krenking, waardevermindering, verslechtering, aantasting
inzinking (zn) :
verval, depressie, achteruitgang, instorting, verzwakking, verslapping
verloop (zn) :
ondergang, verval, achteruitgang, aftakeling, neergang, teruggang
desintegratie (zn) :
verval, ontbinding, uiteenvallen, uiteenval, decompositie
achteruitgang (zn) :
verval, bederf, degeneratie, verwording, verslechtering
slijtage (zn) :
verval, achteruitgang, aftakeling
degeneratie (zn) :
verval, ontaarding

woordverbanden van ‘verval’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

drinkgeld, fooi, verval

Fooi is een klein geldelijk geschenk, dat aan iemand gegeven wordt om hem voor een bewezen dienst te beloonen. Oudtijds heette men zulk een geschenk meestal drinkgeld, naar het doel waarmee het gegeven werd, nl. het drinken op de gezondheid van den gever. Verval, dat eene toevallige inkomst aanduidt, noemt men de jaarlijksche voordeelen, die de dienstboden uit hunne fooien trekken.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 118:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

verval
behoud, opkomst

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c