excuse (zn):
A defense of some offensive behavior or some failure to keep a promise etc.
alibi, excuus, flous, zelfrechtvaardiging
excuse (ww):
Excuse, overlook, or make allowances for; be lenient with
vergoelijken, toelaten, vergeven
excuse (ww):
Serve as a reason or cause or justification of
verklaren, uitleggen
excuse (ww):
Ask for permission to be released from an engagement
verontschuldigen
excuse (ww):
Defend, explain, clear away, or make excuses for by reasoning
vergeven, verontschuldigen, zich verontschuldigen, excuseren, billijken, goedpraten, justificeren, justifiëren, rechtigen, rechtvaardigen, verantwoorden, vergoelijken, wettigen
Via: Ensyns.nl
excuse (zn):
smoes(en) —.
(fr) Cause simulée, supposée.., excuus(en) —., uitvlucht(en) —., voorwendsel(de) vorgeschobene, erfundene Begründung für eine Handlung.
(fr) Cause simulée, supposée.., argument(it) motivo, pretesto., dekmantel(fr) Cause simulée, supposée.., excuses(de) die Bitte um Nachsicht, Verzeihung., pretext(fr) Cause simulée, supposée.., verontschuldiging(de) die Bitte um Nachsicht, Verzeihung.
excuse (ww):
vergeven(en) —.
(de) —.
(ru) извинять., verontschuldigen(en) —.
(de) transitiv: freisprechen von einer Schuld.
(ru) извинять., excuseren(en) —.
(en) —., goedpraten(en) —., rechtvaardigen(pl) —., verlaten(de) zum Abschied zunächst einige Worte an jemanden richten, um sich anschließend von diesem zu entfernen.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com