link (zn):
A two-way radio communication system (usually microwave); part of a more extensive telecommunication network
straalverbinding
link (zn):
(computing) an instruction that connects one part of a program or an element on a list to another program or list
verbinding, link, schalm, relatie
link (zn):
The means of connection between things linked in series
verbinding, aansluiten, koppelen, verbinden, aaneenschakelen, schakelen, schakel
link (zn):
The state of being connected
samenhang, verband
link (ww):
Make a logical or causal connection
combineren, relateren
link (ww):
Connect, fasten, or put together two or more pieces
knopen, aaneensluiten, aansluiten, lassen, liëren, passen, schakelen, verbinden, voegen
link (ww):
Be or become joined or united or linked
verbinden, aaneensluiten, aansluiten
Via: Ensyns.nl
link (zn):
link(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(fr) Langage informatique.
(sv) förbindelse.
(sv) del av kedja.
(sv) hyperlänk.
(pl) —., schakel(en) —.
(de) —.
(sv) 1.2 del.
(sv) förbindelse.
(sv) del av kedja.
(sv) hyperlänk., koppeling(en) —.
(en) —.
(sv) förbindelse.
(sv) del av kedja.
(sv) hyperlänk., verbinding(en) —.
(en) —.
(fi) yhdistävien tekijöiden olemassaolo., fakkel(en) —., flambouw(en) —., relatie(en) —., schalm(en) —., toorts(en) —., verwijzing(en) —., hyperlink(sv) förbindelse.
(sv) del av kedja.
(sv) hyperlänk., aanwijzing(de) etwas, das jemanden auf etwas aufmerksam macht., band(pl) —., bevestigingspunt(fr) Ce qui sert à attacher., geleding(de) ein verbundenes Teil oder Stück - allgemein: Teil eines Ganzen., hechting(fr) Ce qui sert à attacher., indicatie(de) etwas, das jemanden auf etwas aufmerksam macht., teken(de) etwas, das jemanden auf etwas aufmerksam macht., verknoping(de) Verbindung durch einen Knoten, zum Beispiel zweier Schnüre, Fäden oder Seile., voegwoord(el) πληροφορική.
link (ww):
linken(en) —., verbinden(en) —., binden(pl) —.
(pl) —., associëren(de) transitiv: Gedanken oder Bilder verknüpfen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com