verband

als woordenboektrefwoord:

verband:
o. (-en), samenhang ; bindsel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verband (zn) :
kader, samenhang, verhouding, betrekking, verbinding, relatie, lijn, context, cohesie, correlatie, coherentie, ineenvoeging
verband (zn) :
pleister, gaas, gaasje, mitella, zwachtel, bandage, windsel, rekverband
verband (zn) :
contract, verbintenis, dienstverband

als synoniem van een ander trefwoord:

verbinding (zn) :
band, aansluiting, samenstelling, dam, koppeling, binding, combinatie, samenhang, connectie, schakel, vereniging, samenvoeging, verband, relatie, bundeling, cohesie, coherentie, conjunctie, copulatie, junctie, schakeling, compound, samensmelting, aanhechting, samenkoppeling, aankoppeling, aaneenvoeging, vervlechting, aaneenschakeling, junctuur
samenhang (zn) :
verbinding, verband, relatie, perspectief, context, slot, verwantschap, setting
relatie (zn) :
contact, samenhang, verbinding, verband, intimiteit, gemeenschap, verbintenis
betrekking (zn) :
band, verwijzing, verhouding, connectie, verband, relatie, verbintenis
verbintenis (zn) :
betrekking, vereniging, verbond, verband, alliantie
correlatie (zn) :
samenhang, betrekking, verband, interdependentie
context (zn) :
samenhang, verband, perspectief, zinsverband
verhouding (zn) :
band, betrekking, connectie, verband, relatie
lijn (zn) :
samenhang, verbinding, verband, coherentie
kader (zn) :
raamwerk, verband, context
bond (zn) :
vereniging, verband

woordverbanden van ‘verband’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Tusschen datgene, wat door eene inwendige of uitwendige kracht bijeen wordt gehouden, bestaat samenhang of verband. Waar verschillende deelen door hunne eigenschappen een geheel vormen, daar is samenhang. Worden verschillende dingen door eene kracht er buiten bijeen gehouden, dan is er verband. Ook in overdrachtelijken zin is dit het geval. Zoo zal men zeggen er is geen samenhang in zijne woorden of er is geen verband in zijn stijl. Meestal worden echter deze beide woorden door elkaar gebruikt. Bij verband en betrekking ligt het onderscheid hierin, dat men bij verband meer denkt aan eene ook uiterlijk min of meer nauwe vereeniging, terwijl men bij betrekking denkt aan een wederkeerige kracht, die het eene voorwerp op het andere oefent, welke een band doet ontstaan. Zoo kan men vragen: In welk verband staan zij met elkaar of in welke betrekking staan zij tot elkaar; in het eerste geval denkt men aan uiterlijke eenheid, in het tweede aan wcderkeerige werking.

draad, samenhang, verband

Datgene, waardoor de deelen van een betoog enz. met elkander in verband staan. Heeft men alleen het oog op het nauwe, innerlijke verband tusschen de deelen onder elkander, dan spreekt men van verband of samenhang. Verband is hiervoor het meest gebruikelijke en oudste woord. Wanneer eene hoofdgedachte in de verschillende onderdeden terug gevonden kan worden, dan noemt men dit de draad. Het kan dus alleen gebezigd worden van zoodanige zaken, zooals eene rede, een verhaal, die een groot aantal onderdeelen hebben. Waar de draad al te lang wordt uitgesponnen, daar ontstaat langdradigheid.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 330:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 224:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.005 c