link

als woordenboektrefwoord:

link:
v. (-en), striem.; valse plooi.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

link (bn) :
gevaarlijk, riskant
link (bn) :
handig, leep, slim
link (bn) :
gewaagd
link (zn) :
koppeling, samenhang, schakel, verbinding, verbindingsstuk

als synoniem van een ander trefwoord:

slim (bn) :
bedachtzaam, bijdehand, clever, diplomatiek, gaar, geslepen, gewiekst, gis, goochem, handig, kien, knaphandig, leep, lijp, link, listig, loos, piechem, pienter, plat, rap, scherpzinnig, schrander, sluw, straf, uitgekookt, uitgerekend, uitgeslapen, verstandig
gewaagd (bn) :
avontuurlijk, bloot, boud, gedurfd, gevaarlijk, hachelijk, link, onzeker, riskant, stout, stoutmoedig, vermetel
gevaarlijk (bn) :
alarmerend, hachelijk, link, onveilig, periculeus, riskant
riskant (bn) :
gedurfd, gevaarlijk, gewaagd, link, onzeker
risicovol (bn) :
gevaarlijk, hachelijk, link, riskant
glad (bn) :
geslepen, gewiekst, link, sluw
schakel (zn) :
band, connectie, koppeling, link, malie, ring, schalm, verbinding, verbindingsstuk

woordverbanden van ‘link’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de Woordenlijst onnodig Engels:

link  zn.:
1 [ict] koppeling, doorklikpunt, verwijzer, (web)schakel; 2 schakel, verband

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c