Vertaling van 'meat' uit het Engels naar het Nederlands

meat (zn):
The choicest or most essential or most vital part of some idea or experience
bijzonderheid, kerngedachte, essentialia, essentie, grond, hoofdpunt, hoofdzaak, hypostase, kern, kernpunt, kwintessens, primaat, substantie, wezen, zwaartepunt

meat (zn):
The flesh of animals (including fishes and birds and snails) used as food
vleessoort, vruchtvlees, vlees

meat (zn):
The inner and usually edible part of a seed or grain or nut or fruit stone
kern, substantie

Via: Ensyns.nl

meat (zn):
vlees(en) —.
(en) —.
(de) ein aus Fleisch von Tieren gewonnenes Nahrungsmittel.
(fr) Chair d’un animal utilisée pour la nourriture.
(fi) keittiö.
(pt) (tecido muscular).
(ru) туша или часть туши убитых животных как пищевой продукт.
(pl) —.
(sv) mat.
(tr) et.
, hansworst(en) —., lulvent(en) —., substantie(en) —., vlees op de botten(en) —., vleessoort(en) —., vruchtvlees(en) —., kern(fr) quintessence, ce qu’il y a de substantiel dans une chose., pit(fr) quintessence, ce qu’il y a de substantiel dans une chose.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken