Vertaling van 'mint' uit het Engels naar het Nederlands

mint (zn):
A candy that is flavored with a mint oil
Munt

mint (zn):
Any north temperate plant of the genus Mentha with aromatic leaves and small mauve flowers
Munt, kruizemunt, kruizemuntkruid

mint (zn):
(often followed by `of') a large number or amount or extent
een groot aantal, partij, bende, berg, boel, bom, bulk, bups, hoop, kluit, kwak, lading, massa, pak, schep, smak, stelletje, stoot, troep, veelheid, vracht, zooi, zwik

mint (ww):
Form by stamping, punching, or printing
slaan

Via: Ensyns.nl

mint (bn):
mint(en) —., mintgroen(en) —., ongeschonden(en) —., piekfijn(en) —., piekfijne(en) —., uitmuntend(en) —., uitmuntende(en) —., postfris(de) Philatelie über Briefmarken: unbenutzt und makellos, wie von der Post ausgegeben.

mint (zn):
munt(en) —.
(en) —.
(en) —.
(de) Institution zur Herstellung von [1]: Kurzform für Münzprägeanstalt.
(fi) Mentha-suvun kasvi.
(fr) bâtiment où l’on frappe de la monnaie.
(sv) institution som tillverkar mynt.
(zh) 唇形科下的一屬植物.
(pl) —.
, fortuin(en) —., mint(en) —., mintgroen(en) —., kruisemunt(de) Botanik, im Singular: ein Vertreter der Minzen., munthuis(it) ente.

mint (ww):
munten(en) —., prenten(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken