plenty (zn):
(often followed by `of') a large number or amount or extent
een groot aantal, partij, bende, berg, boel, bom, bulk, bups, hoop, kluit, kwak, lading, massa, pak, schep, smak, stelletje, stoot, troep, veelheid, vracht, zooi, zwik
Via: Ensyns.nl
plenty (zn):
overvloed(en) —.
(fr) Grande quantité., abundantie(fr) Grande quantité., onbekrompenheid(fr) Grande quantité., uitbundigheid(fr) Grande quantité., weligheid(fr) Grande quantité.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com