think (ww):
Judge or regard; look upon; judge
zien, denken, inzien, menen, vinden
think (ww):
Expect, believe, or suppose
veronderstellen
think (ww):
Use or exercise the mind or one's power of reason in order to make inferences, decisions, or arrive at a solution or judgments
peinzen, het hoofd gebruiken, de hersens inspannen, de hersens laten werken, reflecteren, nadenken, denken, dunken
think (ww):
Recall knowledge from memory; have a recollection
onthouden, zich herinneren, eraan denken, gedenken, te binnen schieten, doen denken, herinneren, reproduceren, terughalen
think (ww):
Have in mind as a purpose
beogen, intenderen, bedoelen, menen
think (ww):
Be capable of conscious thought
voorspellen
Via: Ensyns.nl
Via: Memodata.com
N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.