dichtbij

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

dichtbij (bn) :
na, dicht, nabij, naburig, nabijgelegen, in de buurt
dichtbij (bw) :
vlak, vlakbij

als synoniem van een ander trefwoord:

naast (vz) :
dichtbij, langs, bij, nabij, neven, nevens, bezijden, opzij van
nabij (vz) :
naast, dichtbij, omliggend, naburig, nakend
na (vz) :
dichtbij, nabij
aanstaande (bn) :
dichtbij, nabij
dicht (bn) :
dichtbij
omtrent (bw) :
rond, dichtbij, bij benadering, ongeveer, min of meer, om en nabij, nabij, circa, rondom, omstreeks, grofweg, ruw, ruwweg, plusminus, in de buurt van

woordverbanden van ‘dichtbij’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

dichtbij, nabij

Nabij en dichtbij zeggen beide, dat de afstand tusschen twee voorwerpen niet groot is. Nabij wordt altijd aaneengeschreven; dichtbij niet wanneer bij als voorzetsel voorkomt. Dicht bij hem stond een stoel. Nabij den heuvel gekomen kreeg de colonne den vijand in het oog; deze liet haar nog eenige honderden schreden ongehinderd afleggen, maar toen zij dichtbij was, werd zij plotseling door eene hagelbui van projectielen overstelpt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 62:

dichtbij, nabij

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

dichtbij
ver

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c