verschonen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verschonen (ww) :
excuseren, verontschuldigen
verschonen (ww) :
goedpraten, vergoelijken
verschonen (ww) :
verversen
verschonen (ww) :
sparen

als synoniem van een ander trefwoord:

bewaren (ww) :
behoeden, behouden, beschermen, conserveren, handhaven, houden, in stand houden, onderhouden, opbergen, preserveren, reserveren, sparen, verschonen, vrijwaren, zorgen voor
vergeven (ww) :
door de vingers zien, excuseren, genade schenken, kwijtschelden, pardonneren, vergiffenis schenken, verontschuldigen, verschonen
verontschuldigen (ww) :
disculperen, excuseren, goedpraten, justificeren, pardonneren, rechtvaardigen, verdedigen, vergeven, vergoelijken, verschonen
vergoelijken (ww) :
verbloemen, verhelen, verschonen, verzachten
verbloemen (ww) :
goedpraten, vergoelijken, verschonen
verversen (ww) :
vernieuwen, verschonen, vervangen
excuseren (ww) :
verontschuldigen, verschonen

woordverbanden van ‘verschonen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

ontzien, sparen, verschonen

Men ontziet uit eerbied, plichtbesef, vrees; men spaart om te behouden; men verschoont uit menschen-kennis, zachtmoedigheid, mededoogen of uit willekeur. Ontzie uwe meerderen. Spaar uwe krachten. Verschoon de onnadenkendheid der jeugd. Neptuin ontziet noch dijk, noch paal. De dood spaart niemand. De felle dood .... verschoont de oude lien. (Vondel).

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 48:

ontzien, sparen, verschonen

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 396:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c