zwichten

als woordenboektrefwoord:

zwichten:
(zwichtte, gezwicht), onderdoen, bezwijken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zwichten (ww) :
buigen, toegeven, bukken, wijken, bezwijken, capituleren, zich overgeven, opzij gaan, cederen

als synoniem van een ander trefwoord:

bezwijken (ww) :
ondergaan, sterven, mislukken, neervallen, zwichten, te pletter vallen, succumberen, neerzinken, ineenzakken
wijken (ww) :
terugtreden, teruggaan, terugdeinzen, zwichten, weggaan, terugwijken, achteruitgaan
cederen (ww) :
vallen, toegeven, wijken, bezwijken, capituleren, zwichten, achteruitwijken
plooien (ww) :
buigen, schikken, toegeven, regelen, zwichten, schipperen
toegeven (ww) :
bijdraaien, wijken, bezwijken, zwichten, zich overgeven
vallen (ww) :
bezwijken, capituleren, zwichten, cederen
wijken (ww) :
toegeven, zwichten, cederen
bukken (ww) :
toegeven, wijken, zwichten
zich overgeven (ww) :
capituleren, zwichten
buigen (ww) :
toegeven, zwichten

woordverbanden van ‘zwichten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c