strijken
als woordenboektrefwoord:
- strijken:
- (streek, gestreken).
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- strijken (ww):
- smeren, streken, vagen, vegen
- strijken (ww):
- achteruitroeien
- strijken (ww):
- gladstrijken
- strijken (ww):
- liefkozen
- strijken (ww):
- vellen
als synoniem van een ander trefwoord:
- gladmaken (ww) :
- effenen, egaliseren, gladschuren, gladstrijken, polijsten, rechtmaken, schaven, schuren, slechten, strijken
- strelen (ww) :
- aaien, aanhalen, kittelen, kozen, kriebelen, liefkozen, strijken
- smeren (ww) :
- besmeren, insmeren, invetten, inwrijven, oliƫn, strijken
- neerslaan (ww) :
- neerlaten, omslaan, omverwerpen, strijken
- vegen (ww) :
- strijken, vagen, wrijven
- vagen (ww) :
- strijken, wrijven
- neerhalen (ww) :
- strijken
woordverbanden van ‘strijken’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in overige bronnen*:
- in hedendaagse spelling:
- smeren, zalven, balsemen, strijken, wrijven, borstelen, rossen, schrobben
SMEREN, ZALVEN, BALSEMEN, STRIJKEN, WRIJVEN, BORSTELEN, ROSSEN, SCHROBBEN
bron: Gerbrand Bruining - Nederduitsche synonymen (1836), band 2, bladzijde 227.
* De spelling in deze bron kan afwijken van de tegenwoordig geldende.
- zie ook:
- strijken op
bij andere sites: