Vertaling van 'bear' uit het Engels naar het Nederlands

bear (zn):
Massive plantigrade carnivorous or omnivorous mammals with long shaggy coats and strong claws
beer

bear (zn):
An investor with a pessimistic market outlook; an investor who expects prices to fall and so sells now in order to buy later at a lower price
berin, beer, bear, dalend, dalende

bear (ww):
Cause to be born
baren, bevallen

bear (ww):
Put up with something or somebody unpleasant
doormaken, doorstaan, dragen, dulden, gedogen, getroosten, harden, incasseren, kampen, velen, verdragen, verduren

bear (ww):
Bring in
betalen, verdienen

bear (ww):
Take on as one's own the expenses or debts of another person
overnemen

bear (ww):
Contain or hold; have within
inhouden, bevatten

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.