Vertaling van 'flock' uit het Engels naar het Nederlands

flock (zn):
A group of birds
koppel

flock (zn):
A group of sheep or goats
kudde

flock (zn):
(often followed by `of') a large number or amount or extent
een groot aantal, partij, bende, berg, boel, bom, bulk, bups, hoop, kluit, kwak, lading, massa, pak, schep, smak, stelletje, stoot, troep, veelheid, vracht, zooi, zwik

Via: Ensyns.nl

flock (zn):
kudde(en) —.
(de) Landwirtschaft: Gruppe (Herde) von Tieren, die gemeinsam gehalten werden.
(fr) Troupeau de moutons ou de brebis.
(fr) Troupe d’animaux domestiques de même espèce.
(fr) Troupe, d’une multitude d’humains.
(fr) Réunion de fidèles sous la direction d’un pasteur spirituel.
(pl) —.
(pl) —.
, zwerm(en) —.
(de) Verband von Tieren, die sich gemeinsam schwimmend oder fliegend fortbewegen.
(fi) lauma.
(ru) птичья ~.
, klucht(de) Verband von Tieren, die sich gemeinsam schwimmend oder fliegend fortbewegen., nop(fr) Petite touffe., pluis(fr) Petite touffe., school(de) Verband von Tieren, die sich gemeinsam schwimmend oder fliegend fortbewegen., vlok(fr) Petite touffe.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken