armoede

als woordenboektrefwoord:

armoede:
v. nooddruft.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

armoede (zn) :
armoe, behoefte, behoeftigheid, dalles, ellende, gebrek, geldnood, indigentie, kaalheid, kommer, krot, marode, merode, miserie, nood, nooddruft, ontbering

als synoniem van een ander trefwoord:

gebrek (zn) :
armoede, behoefte, behoeftigheid, deprivatie, gemis, ledigheid, mangel, nood, ontbering, ontoereikendheid, schaarsheid, schaarste, stoornis, tekort
armoedigheid (zn) :
armoe, armoede
krot (zn) :
armoede

woordverbanden van ‘armoede’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

armoede, gebrek, ontbering

Armoede duidt den toestand van arm zijn aan; het staat dus tegenover rijkdom. Gebrek is het ontbreken of missen van bepaalde zaken, die voor het levensonderhoud noodig zijn. Ontbering drukt hetzelfde uit, doch brengt het onaangename gevoel van het gemis meer op den voorgrond. Men leeft in armoede en heeft gebrek aan het noodige. De ontbering, die de arme zich moet getroosten, maakt hem dikwijls ontevreden. Die in armoede verkeeren, lijden dikwijls gebrek en leeren ontberingen van allerlei aard kennen.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 304:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

armoede
rijkdom

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c