buiig

als woordenboektrefwoord:

buiig:
bn. (-er, -st), (van het weer) onstuimig, ongestadig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

buiig (bn) :
onbestendig, regenachtig, veranderlijk
buiig (bn) :
humeurig, wispelturig

als synoniem van een ander trefwoord:

onbestendig (bn) :
buiig, grillig, instabiel, mutabel, ongestadig, onstabiel, onstandvastig, onvast, onzeker, twijfelachtig, veranderlijk, vergankelijk, vluchtig, weifelend, wispelturig, wisselvallig
veranderlijk (bn) :
buiig, grillig, kameleontisch, onbestendig, ongestadig, onstandvastig, onvast, onzeker, proteïsch, vlinderachtig, wankel, wispelturig, wisselend, wisselvallig
wispelturig (bn) :
buiig, capricieus, grillig, humeurig, luimig, nukkig, onbestendig, onstandvastig, veranderlijk, wisselvallig
humeurig (bn) :
balorig, brommerig, buiig, gemelijk, grillig, knorrig, korzelig, kribbig, nors, nukkig, ontstemd
onstuimig (bn) :
buiig, stormig

woordverbanden van ‘buiig’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0149 nc