humeurig

als woordenboektrefwoord:

humeurig:
bn. bw. dikwijls ontstemd ; grillig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

humeurig (bn) :
balorig, brommerig, buiig, gemelijk, grillig, knorrig, korzelig, kribbig, nors, nukkig, ontstemd

als synoniem van een ander trefwoord:

knorrig (bn) :
brommerig, brommig, chagrijnig, geïrriteerd, gemelijk, humeurig, kniezerig, korzelig, kregel, mopperig, morose, narrig, nors, nurks, ontevreden, prikkelbaar, wrevelig
grillig (bn) :
capricieus, humeurig, korzelig, kronkelend, luimig, lunatiek, maniakaal, nukkig, ongestadig, onregelmatig, onvoorspelbaar, veranderlijk, wispelturig
gemelijk (bn) :
balorig, bokkig, chagrijnig, gallig, humeurig, iezegrimmig, knorrig, korzelig, kribbig, narrig, nors, nurks, ontevreden, stuurs, verstoord, wrevelig
kribbig (bn) :
geïrriteerd, gemelijk, humeurig, kattig, klagend, korzelig, lichtgeraakt, narrig, prikkelbaar, wrevelig, zuur
wispelturig (bn) :
buiig, capricieus, grillig, humeurig, luimig, nukkig, onbestendig, onstandvastig, veranderlijk, wisselvallig
korzelig (bn) :
gemelijk, humeurig, knorrig, kortaf, kregel, kribbig, krikkel, lichtgeraakt, nors, ontstemd, prikkelbaar
sikkeneurig (bn) :
humeurig, narrig, ontstemd, onvriendelijk, zeurderig
buiig (bn) :
humeurig, wispelturig

woordverbanden van ‘humeurig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

humeurig
blij, gelijkmoedig, opgeruimd, verheugd, vrolijk

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c