faam

als woordenboektrefwoord:

faam:
v. godin, die de daden der helden uitbazuinde; vermaardheid.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

faam (zn) :
beroemdheid, renommee, reputatie, roem, vermaardheid
faam (zn) :
naam, reputatie

als synoniem van een ander trefwoord:

roem (zn) :
aanzien, befaamdheid, bekendheid, beroemdheid, celebriteit, eer, faam, gloria, glorie, grootheid, heerlijkheid, lof, luister, naam, renommee, roep, stralenkrans, verheerlijking, vermaardheid
naam (zn) :
befaamdheid, bekendheid, beroemdheid, eer, faam, glorie, renommee, reputatie, roem, roep, vermaardheid
reputatie (zn) :
bekendheid, beroemdheid, eer, faam, gezag, goede naam, naam, prestige, renommee, roep, vermaardheid
beroemdheid (zn) :
befaamdheid, bekendheid, faam, naam, populariteit, roem, roemruchtigheid, vermaardheid
roep (zn) :
bekendheid, faam, naam, reputatie, vermaardheid
bekendheid (zn) :
beroemdheid, faam, naam, vermaardheid

woordverbanden van ‘faam’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0108 nc