golven

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

golven (ww) :
flodderen, weifelen
golven (ww) :
deinen, schommelen
golven (ww) :
krullen, onduleren
golven (ww) :
stromen, vloeien
golven (ww) :
pulseren
golven (ww) :
wapperen
golven (zn) :
zee

als synoniem van een ander trefwoord:

gutsen (ww) :
druipen, golven, pletsen, spuiten, stromen, vloeien
schommelen (ww) :
fluctueren, golven, op en neer gaan, wisselen
vloeien (ww) :
biggelen, golven, lekken, lopen, stromen
flodderen (ww) :
fladderen, golven, lubberen, slobberen
fluctueren (ww) :
golven, schommelen, wisselen
pulseren (ww) :
golven
zee (zn) :
baren, golven, oceaan, ruime sop, waterplas, zilte nat
baar (zn) :
golven

woordverbanden van ‘golven’ grafisch weergegeven

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 299:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0265 nc