inzinken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

inzinken (ww) :
instorten, moed verliezen, bezwijken, verslappen, achteruitgaan
inzinken (ww) :
dalen, zakken
inzinken (ww) :
wegzakken in

als synoniem van een ander trefwoord:

achteruitgaan (ww) :
dalen, afnemen, teruglopen, wijken, terugdeinzen, inzinken, ebben, verflauwen, terugwijken
invallen (ww) :
instorten, inzakken, inzinken

woordverbanden van ‘inzinken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

afvallen, inzinken, vermageren

Minder worden, van personen en dieren ten opzichte van dikte en gezond voorkomen. Vermageren wordt gezegd van iemand die reeds in den toestand van mager zijn gekomen is. Afvallen is het snel slinken van het vleesch. Iemand, die dik is, kan verscheiden ponden afgevallen zijn, zonder nog vermagerd te wezen. Inzinken is het snel afnemen van gezondheid en kracht van het lichaam. Hij ziet er vermagerd en ingezonken uit.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c