overreden

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

overreden (ww) :
overtuigen, overhalen, bewerken, ompraten, bepraten, persuaderen

als synoniem van een ander trefwoord:

overhalen (ww) :
overreden, overtuigen, lijmen, omkopen, bewegen, bewerken, ompraten, omhalen, bepraten, verlokken, voor zich winnen, persuaderen
bepraten (ww) :
overreden, overtuigen, lijmen, overhalen, ompraten, inpalmen, persuaderen
bewerken (ww) :
overreden, lijmen, overhalen, ompraten, druk uitoefenen, bepraten
overtuigen (ww) :
overreden, overhalen, bepraten, voor zich winnen, persuaderen
bewegen (ww) :
overreden, overhalen, bewerken, aanzetten, bepraten, nopen
nopen (ww) :
overreden, overhalen, aansporen, bewegen, aanzetten
lijmen (ww) :
overreden, overhalen, bepraten

woordverbanden van ‘overreden’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Tot een besluit of eene handeling brengen. Bij bewegen kan de tegenstand, dien wij te overwinnen hebben, gering zijn, bij aansporen en nopen (aanprikkelen) is hij dat nooit; evenmin bij aan zetten , dat meestal gebruikt wordt van eene aansporing ten kwade. Overhalen heeft in zekeren zin de sterkste beteekenis, want het onderstelt, dat men niet alleen iemand tot eene wilsbepaling moet brengen; maar dat er reeds eene wilsbepaling in tegenovergestelden geest heeft plaats gegrepen, waarop men hem moet bewegen om terug te komen. Bewegen, aansporen en overhalen geschieden meer door verstandelijke, nopen meer door zedelijke; drangredenen. Overreden is door wegsleepende redeneering, door welbespraaktheid, iemand overhalen iets te doen of na te laten. Door verleidelijke aanbiedingen werd Rennenberg bewogen (overgehaald) de zijde van Oranje te verlaten. Iemand aansporen tot deugd. Wat mij vooral noopte zijn verzoek in te willigen, was de herinnering aan den belangrijken dienst, dien hij mij in vroeger jaren bewezen had. De welsprekende abt wist vele edellieden te overreden aan den kruistocht deel te nemen. Zie onder aandrijven.

overreden, overhalen, overtuigen

Iemand door redeneering of het doen van voorstellen tot andere gedachten brengen. Overtuigen is door redeneering, door het aanvoeren van deugdelijke bewijzen, het weerleggen van bedenkingen, iemand tot de erkenning der waarheid of juistheid van iets brengen; overreden door eene niet zoozeer bondige, als wel wegsleepende redeneering, iemand overhalen om iets te volbrengen of na te laten; overhalen door goed gekozen woorden of schoone voorstellen iemand bewegen, om tot hetgeen men zelf wil, over te gaan. De redenaar overreedt. De schrijver van een wetenschappelijk betoog overtuigt. De verleider haalt anderen over om kwaad te doen. Zie ook bepraten en bewegen.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

overtuigen, overreden, overhalen

Iemand tot andere gedachten brengen.

Overreden wil zeggen: iemand door redeneering zoover brengen, dat hij het een of ander doet of toestaat, waarvan hij te voren niet wilde weten. Met kostte ons veel moeite hem te overreden, de benoeming van voorzitter aan te nemen.

Overhalen is niet zoo sterk als overreden; het onderstelt minder klemmende redeneering en duidt meer op goed gekozen woorden of verleidelijke voorstellen. Het wordt dus meer van alledaagsche zaken gebezigd en kan ook een ongunstige beteekenis hebben. Ik heb hem overgehaald nog een week zijn reis uit te stellen. Hij liet zich door de dieven spoedig overhalen het gestolene in zijn woning te verbergen.

Overtuigen ziet niet zoozeer op de daden van iemand, als wel op zijn meening, zijn inzicht. Het wil zeggen: iemand door grondige bewijzen brengen tot de erkenning, dat hetgeen wij zeggen, volkomen waar is. Het onderstelt meestal, dat wij zijn bedenkingen eerst moeten weerleggen, alvorens hij de waarheid onzer woorden wil aannemen. Ik heb hem eindelijk overtuigd, dat zijn levenswijze zijn gezondheid moet ondermijnen in plaats van die te bevorderen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 83:

overreden, overtuigen

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 400:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c