schiften

als woordenboektrefwoord:

schiften:
(schiftte, geschift), scheiden; rafelen.
schiften:
(schiftte, geschift), onderzoeken.
schiften:
(schiftte, geschift), zuur worden, klonteren (van melk).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schiften (ww) :
afscheiden, lezen, selecteren, sorteren, uitpluizen, uitzoeken, wannen, zeven, ziften
schiften (ww) :
bederven, kabbelen, kartelen, stremmen
schiften (ww) :
klonteren

als synoniem van een ander trefwoord:

kiezen (ww) :
besluiten, selecteren, schiften, uitkiezen, uitpikken, uitverkiezen, uitzoeken
uitzoeken (ww) :
kiezen, lezen, schiften, selecteren, sorteren, uitkiezen, uitlezen, verlezen
sorteren (ww) :
assorteren, opruimen, ordenen, plaatsen, rangschikken, schiften, uitzoeken
selecteren (ww) :
kiezen, schiften, uitkiezen, uitpikken, uitzoeken
afscheiden (ww) :
afzonderen, scheiden, schiften, segregeren
zeven (ww) :
builen, filtreren, schiften, ziften, zijgen
lezen (ww) :
schiften, selecteren, uitzoeken
kartelen (ww) :
schiften

woordverbanden van ‘schiften’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c