schokken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schokken (ww) :
kwetsen, aanstoot geven, ontroeren, verpletteren, in de war brengen
schokken (ww) :
schudden, stoten, schommelen, hobbelen, horten, hotsen, snokken
schokken (ww) :
aangrijpen, choqueren, ontredderen
schokken (ww) :
betalen, dokken, opdokken
schokken (ww) :
aantasten, ondergraven

als synoniem van een ander trefwoord:

schommelen (ww) :
wankelen, schudden, schokken, slingeren, zwaaien, wiegen, wiebelen, heen en weer gaan, waggelen, deinen, bengelen, wiegelen
ontroeren (ww) :
schokken, treffen, pakken, roeren, bewegen, aandoen, vertederen, emotioneren
schudden (ww) :
stoten, schommelen, schokken, beven, heen en weer bewegen, vibreren, horten
dokken (ww) :
schuiven, schokken, betalen, afschuiven
horten (ww) :
stoten, schokken, schudden, botsen
stoten (ww) :
schokken, stokken, haperen, horten
stoten (ww) :
stuiten, schokken, botsen, bonzen
hobbelen (ww) :
schokken, stoten, wippen, hotsen
verpletteren (ww) :
schokken, terneerslaan

woordverbanden van ‘schokken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

aandoen, roeren, schokken, treffen

Aandoen is het teweegbrengen van een gevoel van droefheid, van medelijden, soms ook van vreugde. Treffen is sterker dan aandoen; ook bij verwondering kan men getroffen, dat is meer dan enkel aangedaan worden. Een nog dieper indruk wordt te kennen gegeven door roeren, dat een aandoen, een treffen aanduidt, gepaard met eene innige gemoedsbeweging. Door schokken wordt hetzelfde uitgedrukt, doch tevens gewezen op het plotselinge en onverwachte van den teweeggebrachten indruk. De predikant sprak een hartelijk woord, dat vele zijner hoorders aandeed. Het verhaal van den dood des veldheers heeft de gemoederen getroffen, geroerd, ja geschokt.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

aandoen, treffen, roeren, schokken

Meer of minder sterk op het gemoed, inwerken.

Aandoen wijst op het teweegbrengen van een gevoel van droefheid of van medelijden; soms ook van vreugde.

Bij het afscheid was hij zeer aangedaan. Deze hulde deed den jubilaris zoo aan, dat hij niets kon zeggen.

Treffen is sterker, daar liet als een schot dieper in ons gemoed doordringt. Het was treffend te zien, hoezeer de gelukkige moeder den redder van haar kind met dankbetuigingen overlaadde.

Roeren is een aandoen, dat in ons binnenste de teederste snaren aanroert; het is dus inniger dan aandoen. De omstanders waren getroffen, toen zij zagen, hoe roerend de moeder den redder van kind dankte.

Schokken duidt aan, dat men plotseling als door een schok getroffen of geroerd wordt; het heeft dus altijd eenigszins de bijgedachte van schrik. De plotselinge dood van haar vader heeft haar diep geschokt.

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c