schorsen

als woordenboektrefwoord:

schorsen:
(geschorst), uitstellen ; tijdelijk ontzetten uit een ambt.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schorsen (ww) :
onderbreken, opschorten, uitstellen
schorsen (ww) :
beëindigen, staken, stopzetten
schorsen (ww) :
buitensluiten, uitsluiten
schorsen (ww) :
suspenderen

als synoniem van een ander trefwoord:

straffen (ww) :
beboeten, berispen, bestraffen, kastijden, schorsen, tuchtigen, vergelden, veroordelen, vindiceren, wraken, wreken
uitstellen (ww) :
ophouden, opschorten, opschuiven, schorsen, talmen, temporiseren, verdagen, verschuiven, vertragen
opschorten (ww) :
onderbreken, schorsen, suspenderen, temporiseren, uitstellen
verdagen (ww) :
opschorten, schorsen, uitstellen
uitsluiten (ww) :
schorsen, suspenderen

woordverbanden van ‘schorsen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

schorsen
continueren, doorgaan, vervolgen, voortzetten

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0033 c