spannen

als woordenboektrefwoord:

spannen:
(gespannen), uitrekken ; inspannen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

spannen (ww) :
aanspannen, strekken, rekken, strak trekken, aantrekken, uitrekken, opspannen, toehalen, afspannen
spannen (ww) :
knellen, te krap zijn, strak zitten
spannen (ww) :
spannend zijn, erop aankomen
spannen (ww) :
aanspannen, inspannen

als synoniem van een ander trefwoord:

knellen (ww) :
knijpen, wringen, kneuzen, klemmen, drukken, persen, spannen, nijpen
rekken (ww) :
vergroten, verlengen, spannen, oprekken, uitrekken
strekken (ww) :
rechten, rekken, lang maken, spannen, uitrekken
uitzetten (ww) :
ontplooien, spannen
kleven (ww) :
spannen
toehalen (ww) :
spannen

woordverbanden van ‘spannen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0235 nc