alarm (zn):
A device that signals the occurrence of some undesirable event
alarmsysteem
alarm (zn):
A clock that wakes a sleeper at some preset time
wekker
alarm (zn):
An automatic signal (usually a sound) warning of danger
alarm, alarmsignaal, noodsein
alarm (zn):
Fear resulting from the awareness of danger
alarmstemming, beroering, commotie, verbijstering, ontzetting, verwarring, opschudding, ontsteltenis, consternatie
alarm (ww):
Warn or arouse to a sense of danger or call to a state of preparedness
beklemmen, beknellen, benauwen, drukken, knagen, knellen, nijpen, vreten
alarm (ww):
Fill with apprehension or alarm; cause to be unpleasantly surprised
aanstoot geven, angstig zijn
Via: Ensyns.nl
alarm (ww):
alarmeren(en) —.
(en) —.
(en) —.
(sv) varna.
(sv) ge ifrån sig ljud., beangstigen(en) —.
(fr) Craindre fort., te wapen roepen(en) —., alarm slaan(en) —., verontrusten(en) —., bang maken(fr) Craindre fort., bang zijn voor(fr) Craindre fort., duchten(fr) Craindre fort., schromen(fr) Craindre fort., terugschrikken voor(fr) Craindre fort., verschrikken(fr) Craindre fort., vrees aanjagen(fr) Craindre fort., vrezen(fr) Craindre fort.
alarm (zn):
alarm(en) —.
(en) —.
(de) —., oproep te wapen(en) —., alarmklok(en) —., alarmkreet(en) —., alarmsignaal(en) —., alarmstemming(en) —., wekker(en) —., beduchtheid(fr) Action de craindre., schroom(fr) Action de craindre., vrees(fr) Action de craindre.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com