appear (ww):
Come into sight or view
optreden, haar opwachting maken, zijn opwachting maken, tevoorschijn komen, komen, opdoemen, verschijnen, vertonen
appear (ww):
Be issued or published
uitkomen
appear (ww):
Appear as a character on stage or appear in a play, etc.
gaan
appear (ww):
Give a certain impression or have a certain outward aspect
voorkomen, schijnen, dunken, lijken, eruitzien, ogen, tonen, zien
appear (ww):
Seem to be true, probable, or apparent
aandoen, lijken, schijnen, toelijken, toeschijnen, voorkomen
appear (ww):
Present oneself formally, as before a (judicial) authority
voorkomen
Via: Ensyns.nl
appear (ww):
verschijnen(en) —.
(en) —.
(en) —.
(ca) Presentar-se a la vista.
(sv) visa sig.
(sv) agera inför publik., lijken(en) —.
(fr) avoir l’air, l’apparence.
(sv) göra intryck, förefalla., optreden(en) —.
(sv) visa sig.
(sv) agera inför publik., blijken(en) —., haar opwachting maken(en) —., zijn opwachting maken(en) —., schijnen(fr) avoir l’air, l’apparence.
(no) gi inntrykk av., zich voordoen(sv) visa sig.
(sv) agera inför publik., doen alsof(no) gi inntrykk av., overkomen(fr) avoir l’air, l’apparence., toeschijnen(fr) avoir l’air, l’apparence., vertonen(sv) framträda, visa sig., voorkomen(fr) avoir l’air, l’apparence.
appear (bn):
lijken(ja) ~のようだ、~に見える., schijnen(ja) ~のようだ、~に見える.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com