Vertaling van 'miss' uit het Engels naar het Nederlands

miss (zn):
A form of address for an unmarried woman
misser, mejuffrouw, juffrouw

miss (zn):
A failure to hit (or meet or find etc)
missen, misslag

miss (zn):
A young female
juffie, jongedame, jongejuffrouw, juf

miss (ww):
Leave undone or leave out
verwaarlozen, weglaten, overslaan, overspringen, skippen

miss (ww):
Fail to experience
ontkomen, ontlopen, ontsnappen

miss (ww):
Fail to reach
missen

miss (ww):
Feel or suffer from the lack of
missen

miss (ww):
Fail to perceive or to catch with the senses or the mind
ontgaan, ontglippen, ontsnappen, voorbijgaan

miss (ww):
Fail to attend an event or activity
ergens, missen, snappen, ontwijken, verzuimen

miss (ww):
Be without
gebrek hebben, mankeren, missen, ontbreken, schorten

Via: Ensyns.nl

miss (ww):
missen(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(de) jemanden oder etwas schmerzlich vermissen.
(de) transitiv: ein Ziel nicht treffen, nicht erreichen.
(de) feststellen, wahrnehmen, dass jemand oder etwas fehlt.
(de) etwas, das erforderlich wäre, nicht tun.
(fr) (Familier) Rater..
(fr) Manquer ce qu’on vise..
(sv) vara utan någonting.
(sv) känna sorg eller längtan.
(pl) —.
, ergens(en) —.
(en) —.
, overheen(en) —.
(en) —.
, kijken(en) —., lezen(en) —., niet(en) —., ontwijken(en) —., over het hoofd zien(en) —., snappen(en) —., ontberen(de) jemanden oder etwas schmerzlich vermissen.
(es) —.
(sv) vara utan någonting.
(sv) känna sorg eller längtan.
, ontbreken(de) nicht vorhanden sein.
(fi) aiheuttaa vajavaisuus olemalla poissa.
(es) —.
(pl) —.
, raken(pl) —.
(pl) —.
, treffen(pl) —.
(pl) —.
, betreuren(fr) Avoir du déplaisir de la perte, de la privation de quelque chose., het redden(pl) —., in gebreke blijven(de) transitiv: ein Ziel nicht treffen, nicht erreichen., mankeren(de) nicht vorhanden sein., mislopen(de) transitiv: ein Ziel nicht treffen, nicht erreichen., op tijd komen(pl) —., op tijd zijn(pl) —., schorten(de) nicht vorhanden sein., verlangen(pl) —., verzuimen(de) etwas, das erforderlich wäre, nicht tun.

miss (zn):
juffrouw(en) —.
(de) —.
(es) —.
(sv) ogift kvinna.
(sv) flicka; yngre kvinna.
(ru) форма обращения к девушке.
(pl) —.
(pl) —.
, mislukking(en) —., misser(en) —., meisje(ru) форма обращения к девушке.
(sv) ogift kvinna.
(sv) flicka; yngre kvinna.
, mejuffrouw(ru) форма обращения к девушке., vrijster(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken