separate (zn):
A separately printed article that originally appeared in a larger publication
bijdruk, reprint
separate (ww):
Divide into two or more branches so as to form a fork
gevorkt, afsplitsen, aftakken, vertakken
separate (ww):
Become separated into pieces or fragments
schiften, begeven, bezwijken, kapotgaan, stukgaan
separate (ww):
Mark as different
uiteenhouden, onderscheiden
separate (ww):
Arrange or order by classes or categories
ordenen, klasseren, groeperen, sorteren, uitsplitsen
separate (ww):
Divide into components or constituents
delen, scheiden, splitsen
separate (ww):
Go one's own way; move apart
scheiden, ontbinden, splitsen
separate (ww):
Separate into parts or portions
afsnijden, delen, verdelen
Via: Ensyns.nl
separate (ww):
scheiden(en) —.
(en) —.
(en) —.
(sv) behandla mjölk med separator.
(sv) avskilja.
(sv) göra slut och flytta isär., afzonderen(en) —.
(it) tenere lontano, in disparte rispetto a un gruppo di persone., verdelen(en) —.
(fr) Découper, diviser., schiften(en) —., afbreken(fr) Découper, diviser., afscheiden(it) suddividere tra loro più elementi., debiteren(fr) Découper, diviser., delen(fr) Découper, diviser., omzetten(fr) Découper, diviser., opsplitsen(fr) Découper, diviser., splitsen(fr) Découper, diviser., verkopen(fr) Découper, diviser.
separate (bn):
gescheiden(en) —.
(en) —., afgezonderd(en) —., afgezonderde(en) —., afzonderlijk(en) —., separaat(en) —., apart(de) getrennt voneinander, getrennt von etwas.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com