verdelen

als woordenboektrefwoord:

verdelen:
(verdeeld), in delen, scheiden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verdelen (ww) :
distribueren, partageren, rondbezorgen, rondbrengen, ronddelen, toebedelen, toedienen, uitdelen, verspreiden
verdelen (ww) :
classificeren, indelen, kavelen, onderverdelen, rangschikken, schikken, segmenteren
verdelen (ww) :
splijten, uiteendrijven, uiteenrukken, verscheuren, versnipperen
verdelen (ww) :
breken, delen, opdelen, opsplitsen, scheiden, splitsen

als synoniem van een ander trefwoord:

uitdelen (ww) :
aanbieden, bedelen, dispenseren, distribueren, geven, ronddelen, rondgeven, rondstrooien, uitmeten, verdelen, vergeven, verlenen, verspreiden, verstrekken
verspreiden (ww) :
debiteren, distribueren, in omloop brengen, propageren, rondstrooien, rondsturen, rondzaaien, rondzenden, uitdelen, verbreiden, verdelen
uitwijzen (ww) :
bezorgen, rondbrengen, ronddelen, toewijzen, uitgeven, uitkeren, uitreiken, verdelen, verspreiden
scheiden (ww) :
afscheiden, loskoppelen, losmaken, ontbinden, splitsen, uiteengaan, uiteenlopen, verdelen
delen (ww) :
compartimenteren, onderverdelen, opdelen, opsplitsen, scheiden, splitsen, verdelen
classificeren (ww) :
klasseren, ordenen, rangschikken, verdelen
indelen (ww) :
onderverdelen, verdelen
verbrokkelen (ww) :
verdelen, verkruimelen
decentraliseren (ww) :
spreiden, verdelen
breken (ww) :
verdelen
omslaan (ww) :
verdelen
delen (zn) :
distribueren, geven, uitdelen, verdelen

woordverbanden van ‘verdelen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

afdelen, verdelen

Iets in deelen scheiden. Afdeelen is iets zóó in deelen scheiden, dat er een onderling verband tusschen de deelen blijft bestaan, dat zij een geheel blijven uitmaken. Eene school in klassen afdeelen. Verdeelen is sterker, en sluit het begrip van verderen samenhang uit. Het wapen is in vier vakken afgedeeld. Zij verdeelden het geld onder elkander. Een rijk, dat verdeeld is, kan niet blijven bestaan.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

uitdelen, verdelen

Verdeelen zegt dit meer in 't bijzonder: de erfenis wordt verdeeld (komt dus niet aan één persoon); een boek in hoofdstukken verdeelen; appels onder de kinderen verdeelen. Uitdeelen ziet op het uitreiken der deelen, waarin het geheel eerst verdeeld is: de aandeelen in de erfenis uitdeelen; of waarin het geheel meer toevallig gesplitst wordt: in 't wilde uitdeelen; aalmoezen uitdeelen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 96:

afdelen, verdelen

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 128:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 217:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c