meer

als woordenboektrefwoord:

meer:
o. (meren), van alle zijden door land ingesloten waterplas.
meer:
v. drooggemaakt meer.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

meer (zn) :
plas, water, meertje, vijver, poel, ven
meer (zn) :
nog, verder, erbij
meer (bw) :
eerder, liever, plus, sterker

als synoniem van een ander trefwoord:

water (zn) :
kanaal, beek, plas, rivier, sloot, meer, ven
plas (zn) :
water, vijver, meer, poel, ven
verder (bn) :
meer, volgend, bijkomend, ander, nader, overig

woordverbanden van ‘meer’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

meer, oceaan, zee

Oceaan (wereldzee) heet de samenhangende waterplas, waarin al het land der aarde ligt; ook de vijf groote zeeën, waarin de wereldzee wordt verdeeld, dragen dien naam. Zeeën noemt men de onderdeelen der oceanen; meren de groote waterplassen, die aan alle kanten door het land omgeven zijn en geen onmiddellijke gemeenschap met de zee hebben. Eene uitzondering hierop maken de Kaspische Zee en de Doode Zee.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 37:

meer, moeras, poel, plas, zee

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 411:

meer, veel

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 412:

meer, zee, oceaan

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

meer
minder

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c