Vertaling van 'matter' uit het Engels naar het Nederlands

matter (zn):
That which has mass and occupies space
materie, stof, substantie

matter (zn):
A vaguely specified concern
aangelegenheid, affaire, ding, kwestie, zaak

matter (zn):
Some situation or event that is thought about
van belang zijn, gegeven, issue, item, materie, onderwerp, punt, stof, thema

matter (ww):
Have weight; have import, carry weight
gelden, meespreken, meetellen, schelen, spelen, tellen, uitmaken, verrekken, verrotten

Via: Ensyns.nl

matter (zn):
materie(en) —.
(ca) Component de l'univers.
(ca) Component de l'univers.
(es) —.
, stof(en) —.
(de) das, was zu erlernen, zu erarbeiten ist.
, belang(de) —., gebeurde(fr) Sujet de quelques préoccupations., onderwerp(pl) —., zaak(fi) aihe, juttu, käsiteltävänä oleva.

matter (ww):
belangrijk zijn(en) —., er toe doen(en) —., uitmaken(en) —., betekenen(no) spille en rolle.
(sv) vara viktig.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken