regard (zn):
A long fixed look
respect, observeren, observatie
regard (zn):
Paying particular notice (as to children or helpless people)
aandacht, gehoor
regard (zn):
An attitude of admiration or esteem
waardering, ontzag, eerbied, respect
regard (zn):
The condition of being honored (esteemed or respected or well regarded)
aanzien, waardering, ontzag, respect, eerbied, achting, krediet
regard (ww):
Deem to be
aanmerken, achten, beschouwen, bevinden, houden, oordelen, schatten, zien
regard (ww):
Look at attentively
vinden, bekijken, beschouwen, bezien, kijken
Via: Ensyns.nl
regard (zn):
achting(en) —., respect(en) —., belang(de) —., consideratie(de) Beachtung der Interessen, Gefühle und Bedürfnisse Dritter., inachtneming(de) Beachtung der Interessen, Gefühle und Bedürfnisse Dritter., opzicht(sv) hänsyn.
regard (ww):
beschouwen(en) —., aangaan(it) avere relazione o attinenza.
(ru) относиться., aanraken(ru) относиться., beroeren(ru) относиться., betreffen(ru) относиться.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com