Vertaling van 'start' uit het Engels naar het Nederlands

start (zn):
The act of starting something
aanvang

start (zn):
A sudden involuntary movement
aanvang, start, begin, startlijn, opschrikken, schrikken, saltatie, sprong

start (zn):
The advantage gained by beginning early (as in a race)
voorsprong

start (zn):
The time at which something is supposed to begin
show Time, aanvang, begin, beginperiode, intrede, inval, opmaat

start (ww):
Take the first step or steps in carrying out an action
aangaan, aanvangen, aanzetten, beginnen, inzetten, starten

start (ww):
Set in motion, cause to start
beginnen, aanvangen, aanvatten, entameren, instellen, inzetten, openen, opstarten, opvatten, starten

start (ww):
Move or jump suddenly, as if in surprise or alarm
laten schrikken, opschrikken, schrikken, starten, beginnen

start (ww):
Leave
uitzetten, gaan, uiteenzetten, verlaten

start (ww):
Bulge outward
uitsteken

start (ww):
Have a beginning, in a temporal, spatial, or evaluative sense
een aanvang nemen, beginnen, intreden, inzetten

Via: Ensyns.nl

start (zn):
start(en) —.
(de) zeitlicher oder räumlicher Beginn oder Ausgangspunkt eines Vorgangs oder einer Sache.
(de) absichtsvoller Beginn einer Tätigkeit/eines Projekts.
(de) Anfang einer Rennstrecke, eines Rennens.
(fr) Moment précis de l'action de partir.
(fr) Début.
(pt) (ponto inicial de uma corrida).
(pl) —.
, begin(en) —.
(de) zeitlicher oder räumlicher Beginn oder Ausgangspunkt eines Vorgangs oder einer Sache.
(de) das Beginnen von etwas.
(de) Zeitpunkt, an dem etwas anfängt oder gestartet wird.
(fr) Commencement.
(pl) —.
(ru) первый момент.
, aanvang(en) —.
(de) zeitlicher oder räumlicher Beginn oder Ausgangspunkt eines Vorgangs oder einer Sache.
(fr) Commencement.
(pl) —.
(ru) первый момент.
, startlijn(en) —., vertrek(de) Beginn einer Fahrt.
(fr) Début.
(fr) Moment précis de l'action de partir.
, overlijden(fr) Début.
(fr) Moment précis de l'action de partir.
, afkomst(it) principio, nascita., initiatief(fr) Action d’agir premier., ondernemingslust(fr) Action d’agir premier.

start (ww):
beginnen(en) —.
(en) —.
(en) —.
(de) unpersönlich: beginnen.
(de) transitiv: etwas in Gang setzen, etwas starten, etwas anfangen.
(fi) saada alkunsa.
(fi) ryhtyä.
(it) [[iniziare]].
(fr) Mettre en marche, en mouvement ou commencer (Sens général).
(lt) pradėti.
(fr) (transitif) Engager une action, entreprendre une tâche, donner à une chose un commencement d’existence.
(fr) —.
(lt) lt.
(pl) —.
, starten(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(fr) Mettre en marche, en mouvement ou commencer (Sens général).
(pl) —.
, aanvangen(en) —.
(en) —.
(it) [[iniziare]].
(lt) pradėti.
, opschrikken(en) —.
(ru) дёрнуться, содрогнуться.
, aanbreken(it) [[iniziare]].
(lt) lt.
, vertrekken(fr) Mettre en marche, en mouvement ou commencer (Sens général).

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken