verlaten

als woordenboektrefwoord:

verlaten:
(verliet, verlaten), begeven, heengaan.
verlaten:
zich, (zich verlaten), vertrouwen op.
verlaten:
zich, (verlaatte zich, zich verlaat), te laat komen.
verlaten:
bn. bw. (-er, -st), eenzaam, afgelegen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verlaten (ww) :
aan zijn lot overlaten, abandonneren, achterlaten, in de steek laten, verwaarlozen
verlaten (ww) :
afgaan, uittreden, verzaken, wegtrekken
verlaten (ww) :
afstappen van, afzien van
verlaten (ww) :
vertrekken, weggaan
verlaten (bn) :
afgelegen, alleen, eendelijk, eenzaam, geïsoleerd, vereenzaamd, zielig
verlaten (bn) :
doods, ellendig, leeg, naargeestig, onbewoond, stil, troosteloos, woest

als synoniem van een ander trefwoord:

ellendig (bn) :
afschuwelijk, akelig, armzalig, bedroevend, beroerd, erbarmelijk, gebrekkig, hopeloos, jammerlijk, klote, lamlendig, lamzalig, malheureus, miserabel, ongelukkig, onzalig, rampzalig, rottig, slecht, treurig, verlaten, verwenst
leeg (bn) :
hol, inhoudsloos, kaal, ledig, leegstaand, lens, loos, onbebouwd, onbeduidend, onbelast, onbewoond, onbezet, ongevuld, op, openstaand, uitgeput, uitgestorven, vacant, verlaten
eenzaam (bn) :
afgelegen, afgezonderd, alleen, contactarm, eendelijk, eenzelvig, geïsoleerd, leeg, onbewoond, solitair, stil, teruggetrokken, uitgestorven, verlaten
woest (bn) :
agressief, barbaars, dierlijk, onbebouwd, onbewoond, ongecultiveerd, ongetemd, onherbergzaam, rauw, ruw, verlaten, verwilderd, wild, wreed
troosteloos (bn) :
akelig, desolaat, ellendig, naargeestig, somber, treurig, triest, verlaten
uitgestorven (bn) :
doods, eenzaam, leeg, onbevolkt, onbewoond, ontvolkt, stil, verlaten
afgelegen (bn) :
afgezonderd, eenzaam, stil, teruggetrokken, verlaten
desolaat (bn) :
troosteloos, verlaten, vreugdeloos
onherbergzaam (bn) :
ongastvrij, verlaten, woest
doods (bn) :
uitgestorven, verlaten
alleen (bn) :
eenzaam, verlaten
verwaarlozen (ww) :
geen acht slaan op, nalaten, negligeren, verlaten, veronachtzamen, versloffen, verzaken, verzuimen
uitgaan (ww) :
heengaan, uitlopen, uitrijden, uitstromen, uittrekken, verlaten, weggaan
vertrouwen (ww) :
afgaan, leunen, steunen, verlaten, vertrouwen hebben in, vertrouwen op
afgaan (ww) :
verlaten, weggaan
loslaten (ww) :
opgeven, verlaten
begeven (ww) :
verlaten
ruimen (ww) :
verlaten

woordverbanden van ‘verlaten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

alleen, allenig, enig, eenzaam, verlaten

Wat afgezonderd is, op zich zelf staat. Voor zoover het derde woord met de beide eerste woorden synoniem is, beteekent eenig meer, dat er van eene zekere soort van personen of voorwerpen maar één bestaat. Zijn eenige zoon. Mijn eenige hoop. Alleen en het minder gebruikelijke alleenig, dat men slechts in de volkstaal en bij dichters aantreft, drukken meer uit het ontbreken van andere voorwerpen van dezelfde soort op eene bepaalde plaats. Wat het onderscheid tusschen alleen en eenzaam betreft; alleen duidt enkel aan, dat men geen gezelschap bij zich heeft; eenzaam eene afzondering, waardoor een gevoel van ongezelligheid, of ook van stilte en rust ontstaat. Hij, die zonder gezelschap is, is alleen, doch behoeft zich nog niet eenzaam te gevoelen. Aan deze beteekenis van eenzaam sluit zich aan die van ver laten, waarbij op den voorgrond staat, dat men aan zich zelf is overgelaten, van de menschen vergeten. Hij is bang in 't donker, bang alleen. In zijn ouderdom krijgt men het op de wereld zoo eenzaam. Bij uitbreiding: een eenzaam pad.

begeven, verlaten

Van iets scheiden. Het eerste wordt uitsluitend gebezigd met personen of persoonlijk genomen dingen als voorwerp; het heeft dan de beteekenis van in den steek laten: de moed begeeft den strijder; begeef gij het vaderland niet. Het laatste wordt ook van onpersoonlijke dingen gezegd: men verlaat zijn huis, zijne kamer. De daad van begeven veroorzaakt altijd een verlies aan dengene, die begeven wordt, wat bij verlaten niet noodzakelijk het geval is.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 244:

begeven, verlaten

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 325:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

verlaten
bedrijvig, onrustig, woelig

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c