afsteken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

afsteken (ww) :
uitkomen tegen, aftekenen, vloeken met, contrasteren
afsteken (ww) :
uitsteken, afhakken, afbikken
afsteken (ww) :
houden, uitspreken
afsteken (ww) :
afschieten
afsteken (ww) :
wegsteken
afsteken (ww) :
uitkomen

als synoniem van een ander trefwoord:

afschieten (ww) :
afsteken, afvuren, lanceren
wegsteken (ww) :
afsteken, uitsteken
uitkomen (ww) :
afsteken

woordverbanden van ‘afsteken’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Buskruit of andere ontplofbare stoffen in een vuurwerktuig doen ontbranden. Afsteken, lossen en losbranden zien alleen op de ontbranding van de stof, afschieten en afvuren zien op de gevolgen er van. Vuurwerk afsteken, doch een geweer afschieten, of een kanon afvuren. Onder het lossen van het geschut. Afschieten wordt in het algemeen gezegd van alle schietwerktuigen, als geweer, boog, windroer, kanon, terwijl afvuren en lossen alleen van schiet-geweer of geschut, dat met kruit geladen is, gebruikt worden. Losbranden wordt meest zonder voorwerp gebruikt. Hij brandde in het wilde er op los, en liep toen weg, met achterlating van zijn geweer.

afsteken, afvaren

Zich met een vaartuig van den wal verwijderen. Met afsteken is het bijdenkbeeld verbonden, dat dit door middel van een boom of haak geschiedt, zoodat het eigenlijk alleen op kleinere vaartuigen van toepassing is. Bij uitbreiding staat het echter voor afvaren in het algemeen. De stoomboot? .... ze is juist afgevaren. De sloep stak van, het schip af.

Sterk uitkomen. Afsteken is door groot verschil met iets anders, bijzonder uitkomen, en wordt vooral gezegd van een voorwerp, dat van een ander sterk in kleur verschilt, wanneer het tegen dat andere aan of daarnaast gezien wordt. „De sneeuw der hooge kruinen steekt schitterend af tegen den blauwen hemel". Ook van kleuren onderling. Die helle, gele verf steekt reeds van verre af bij het harde groen. Het wordt dikwijls in ongunstigen zin gebruikt. Opzichtig zijn sluit altijd het bijdenkbeeld in van iets vreemds en van iets opzettelijks, dat door sterksprekende kleuren het oog op eene onaangename wijze aandoet. Het geeft niet alleen eene tegenstelling tusschen verschillende kleuren of voorwerpen te kennen, maar wordt zelfs van ééne sterksprekende kleur gebezigd. Die japon is voor hare jaren veel te opzichtig. Beide, afsteken en opzichtig zijn, hebben tengevolge dat datgene, wat afsteekt of opzichtig is, in het oog valt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 139:

afsteken, afschieten

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 138:

afsteken, afvaren, vertrekken

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 137:

afsteken, opzichtig zijn

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

afsteken
overeenkomen, overeenstemmen, stroken

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c