agree (ww):
Consent or assent to a condition, or agree to do something
meegaan
agree (ww):
Be in accord; be in agreement
concorderen, goedkeuren, toestemmen, het eens zijn, aansluiten, accorderen, bijvallen, instemmen, onderschrijven, ondersteunen, overeenstemmen, schragen
agree (ww):
Achieve harmony of opinion, feeling, or purpose
afstemmen, kortsluiten, afkaarten, tot een akkoord komen, beklinken, afspreken, overeenkomen
agree (ww):
Be compatible, similar or consistent; coincide in their characteristics
overeenkomen, overeenstemmen, rijmen, sluiten, stroken
agree (ww):
Go together
harmoniëren
agree (ww):
Show grammatical agreement
regeren
Via: Ensyns.nl
agree (ww):
afspreken(en) —.
(de) eine [[Abmachung]] [[treffen]].
(fr) Tomber d’accord., overeenkomen(en) —.
(de) eine [[Abmachung]] [[treffen]].
(fr) Être en rapport de symétrie et d’harmonie.., overeenstemmen(en) —.
(en) —.
(fr) Être en rapport de symétrie et d’harmonie.., congrueren(en) —., het eens zijn met(en) —., instemmen(en) —., rijmen(en) —., toestemmen(en) —., billijken(de) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen., goedkeuren(de) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen., kloppen(sv) vara korrekt, överensstämma., toestemming geven(de) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com